Wat is een opleidingsfonds?
Het opleidingsfonds draagt eraan bij dat bedrijven nu en in de toekomst geen problemen ondervinden bij het zoeken naar geschikt personeel en dat werknemers zich prettig voelen in hun werk doordat ze voldoende zijn toegerust voor de uitvoering van hun taak. Dit gebeurt onder meer door opleiden te stimuleren met behulp van financiële bijdragen uit subsidieregelingen waaraan het fonds uitvoering geeft.
Nederland heeft ongeveer honderd opleidingsfondsen die ieder een deel van het bedrijfsleven bestrijken.
Hoe wordt de hoogte van de afdracht aan een opleidingsfonds bepaald?
Veel fondsen kennen een zogenaamde loonsomheffing. In dat geval worden er binnen de CAO afspraken gemaakt over een verplichte jaarlijkse afdracht door bedrijven van een percentage van de loonsom aan het opleidingsfonds. Een veel gehoord bezwaar tegen deze systematiek is dat bedrijven ieder jaar opnieuw afdragen, ongeacht of ze profijt hebben van het fonds. Om aan dit bezwaar tegemoet te komen, is er ook een aantal fondsen dat een andere systematiek hanteert, waaronder OVP.
Bij OVP is eind jaren 80 gekozen voor het profijtbeginsel: een bedrijf draagt alleen af aan het fonds als men er gebruik van maakt. Dit betekent dat als een bedrijf een (ESF-)subsidie uitkering verkrijgt, zij tevens verplicht is een bijdrage in het opleidingsfonds te doen. OVP zal overgaan tot het factureren van deze bijdrage wanneer de formele subsidietoekenning aan het bedrijf is afgegeven.
Er is in het verleden uitgebreid onderzoek gedaan naar het meest faire criterium om de hoogte van de afdracht te bepalen. Daarbij zijn uiteenlopende criteria de revue gepasseerd, zoals aantal werknemers in het bedrijf, hoogte van de omzet of winst, omvang van de loonsom en dergelijke. Uiteindelijk is mede op wens van de bedrijven behorende tot de sector, gekozen voor een afdrachtpercentage dat gerelateerd is aan het gereserveerde subsidiebedrag bij aanvang van een project.
Dit percentage wordt jaarlijks door de sociale partners vastgesteld. Met ingang van 2009 bedraagt deze bijdrage 12%. Hiermee zijn bedrijven in de procesindustrie goedkoper uit dan bedrijven behorende tot sectoren waarin sprake is van verplichte, bij CAO geregelde, loonsomheffingen. Bovendien ervaren velen een systeem gebaseerd op het profijtbeginsel als eerlijker.
Wat gebeurt er met het geld in het Opleidingsfonds Procesindustrie?
Het geld in het fonds wordt beheerd door de sociale partners en mag alleen worden aangewend binnen het kader van de statutaire doelstelling:
“investeren in de vakbekwaamheid van werknemers en het stimuleren van scholing in de procesindustrie.”
Voorbeelden van recente activiteiten die mede met financiering van OVP werden uitgevoerd zijn onder meer:
- sectorplan procesindustrie, waarbij ondanks de crisis door de sector ruim € 27 miljoen is geïnvesteerd;
- onderzoek naar de ontwikkeling van het beroep operator;
- promotie van het beroep operator bij jeugd;
- arbeidsmarkt onderzoek.
Ook staat het fonds garant (aanvaardt zij dus aansprakelijkheid) voor de bedrijven in de procesindustrie ten opzichte van de Nederlandse en Europese autoriteiten. Momenteel staat het fonds nog garant voor een bedrag van ruim 7 miljoen euro. In omvang (gerekend in fondsvermogen) behoort OVP tot de middelgrote opleidingsfondsen in Nederland.
Welke bedrijven kunnen contribuant worden?
Alle bedrijven die zich bezig houden met procesindustrie kunnen lid worden van het fonds. Als richtlijn hanteren we de SBI codes van de Kamer van Koophandel. Valt u onder één van de codes die onder C. Industrie worden genoemd, dan kunt u lid worden van ons fonds
De volledige lijst met SBI-codes van de KvK vindt u hier.
Twijfelt u of u lid kunt worden van het fonds neem dan contact met ons op: info@ovp.nl of 070-3378367.
Wat levert het contribuantschap ons op?
Daarnaast kunt u exclusief gebruik maken van voorbeeld documenten gericht op HR-beleid en opleiden.
Ook krijgt u korting op onze trainingen.
Hoeveel kost het om contribuant te zijn van OVP?
De kosten voor het contribuantschap hangen af van de grootte van de onderneming.
Per bedrijfseconomische eenheid (plant of locatie) worden de volgende categorieën gehanteerd:
- tot en met 24 werknemers
- met 25 tot en met 49 werknemers
- met 50 tot en met 99 werknemers
- met meer dan 100 werknemers
Zie voor de meest recente prijzen en het aanmeldingsformulier, de pagina contribuant worden